Hoe het begon…
“Ik was veertien toen ik ging werken. Mijn broer werkte bij van Gelder Van Os en die had gevraagd of ik daar ook kon komen werken. Ik kwam eind juli van de school en in september ging ik naar de fabriek. Ik moest een werkkaart halen, dan had de baas bewijs dat ik al veertien was. In het begin ben ik heel vaak 's maandags huilend naar de fabriek gegaan, omdat ik liever boer was geworden. Maar als je van huis uit geen boer was, dan werd je dat ook niet.”
Avondschool
“Als je van school kwam, ging je naar de meubelfabriek, naar de steenfabriek of naar de hoepelmakerij. In die tijd had je 16 fabrieken, alleen al in de oude gemeente Wamel. Er waren hele kleintjes bij, zoals Van Zwam, Van Sommeren en Van Kampen hier in het dorp.
Er was geen geld om met de bus naar Nijmegen te gaan. Ze waren blij dat ik een paar gulden in de week verdiende. Van lieverlee kwam er een ambachtsschool in Druten. Ik ben met achttien jaar naar de avondschool gegaan. Ik heb zelfs nog het diploma gezel meubelmaker gehaald in Utrecht. Een vakdiploma!
Ik ben bijna een jaar lopend naar de meubelfabriek gegaan, vanaf de Florastraat naar de Waterstraat, want ik had geen fiets. In 1947 waren de banden op de bon. De boer waar ik altijd voor kwam melken, heeft banden voor mij aangevraagd. Toen kon ik op de fiets naar Van Gelder Van Os.
Daar heb ik drie jaar gewerkt. Toen ging ik naar Van Zwam. Ik was bijna achttien en verdiende daar 10 gulden 35 per week.”
Van Zwam
“Toen ik bij Van Zwam kwam, hadden ze één man personeel, ik was de tweede. Later hebben ze er een stuk of vijf, zes gehad, zeven misschien. Maar het werd al iets minder met de meubelmakerij. Moderne machines namen het werk over. Toen de fabriek sloot, waren we nog met zijn vieren.
We maakten vierkant spul, van die grote wandmeubels en zo. Die kon je ook op maat bestellen.
Johan ging de winkeliers af, maar opdrachten kwamen ook automatisch binnen. Het materiaal werd geleverd door houtleveranciers, fineerleveranciers, platen, zelfs uit Friesland. Soms, als het heel druk was, lieten ze het plaatmateriaal op maat zagen bij de leverancier.
Ik heb daar 33 jaar gewerkt. Toen stopten ze wegens gezondheidsproblemen. Ik kreeg geen werk meer, want het was net in een hele slechte tijd, in de jaren 83, 84.”
Veiligheid
“Echt gevaarlijk werk was het eigenlijk niet, maar het was opletten. Bij die kleine fabrieken wordt soms niet zo nauw gekeken met de beveiliging van de machines. Een controleur zei eens: “Meneer, u staat daar wel gevaarlijk te werken.” Ik zei: “En u had nooit achter mij mogen staan praten.” Als iemand aan een machine werkt, dan mag je hem nooit afleiden. Ik heb altijd aan machines gewerkt. Veel mensen staan er versteld van dat ik alle tien de vingers nog heb.”