De eerste duif
“Ik was een jaar of tien toen mijn vader thuis kwam met een duif, bijna 70 jaar geleden. Die wedstrijdduif heb ik een paar weken verzorgd en toen werd-ie opgehaald.
In Puiflijk had je toen een voetballer, die zomaar tijdens de wedstrijd van het veld afliep als zijn duiven thuiskwamen. Het publiek riep dan heel hard: “Je duiven, je duiven!” Van hem heb ik mijn eerste duiven gekregen. Op m’n twaalfde ging ik bij de postduivenvereniging in Druten.
Ringen
Wedstrijdduiven kregen toen nog een gummiring aan hun poot. Als ze weer thuis kwamen, moest je die ring in de duivenklok stoppen. Die ring was belangrijk. Je duif moest in zijn hok komen, want alleen zo kon je die rubber ring pakken. En dan klokken. Omdat ik nog geen eigen klok had, fietste ik een kilometer om te kunnen klokken, daar kreeg je 3 minuten compensatie voor. Soms fietste mijn broer om te klokken, met het ringetje in zijn mond. Hij viel een keer. Ringetje kwijt! Ingeslikt!
De eerste wedstrijden
Om de duiven te trainen om thuis te komen, zetten we ze in een mand, achterop de fiets. Eerst naar Horssen, dat was 4 of 5 km ver. Daarna naar Appeltern. De eerste echte vluchten ging vanuit Den Bosch of Hedel. Vroeger kon je poulen: je zette dubbeltjes in en degene wiens duif won, kreeg 30 gulden. Daarvan kon je de volgende wedstrijd betalen. Want om de duiven die je loste, mee te geven aan de vrachtwagen, moest je betalen.
In de prijzen
Toen ik zo’n 20, 25 jaar oud was, had ik veel succes met m’n duiven. Ik zat er toen nationaal ook goed bij, zoals dat heet. Dat maakte het nog leuker. En later mochten mijn kinderen echt niet buiten komen rondom het tijdstip dat de duiven konden terugkomen. Zo fanatiek was ik toen. Ik wilde graag bekers winnen. Die laten zien dat je goed vliegt. Maar het allermooiste is buiten op je duiven wachten.
Eigen stam
Ook ging ik fokken, kruisen om een eigen stam op te bouwen. Dat is ook weer een sport. Jonge duiven, acht dagen oud, worden geringd, dan zijn hun pootjes nog klein. Dan kun je het ijzeren ringetje er nog gemakkelijk opstropen. Iedere ring heeft een eigendomsregistratie en een uniek nummer.
Trucs
Voordat ze op de vlucht gaan (wedstrijdvliegen) worden de duivinnen even kort bij de doffers gezet. Elkaar even kort zien, maar niets doen. Dan worden die mannetjes fel: straks feest, maar eerst vliegen. Weer thuis vallen ze omlaag naar hun hok en dan mogen ze alles doen wat ze willen. Duivinnen vliegen ook wedstrijden, die zien dan hun mannetjes voor ze vertrekken. En als ze op eieren zitten, willen ze snel naar huis.
Gezelligheid
De wedstrijden beginnen altijd rond Pasen. Paasvluchten vanuit Den Bosch of Tilburg. Dan zijn ze met een half uur thuis. Vanaf Pasen wordt er elke zaterdag gevlogen. Je zit altijd vroeg buiten, te wachten. Gewoon samen en gezellig, borreltje erbij. Het is een hobby, daar genieten we samen heel erg van.
Indertijd was ik de enige in Puiflijk die grote meerdaagse vluchten deed. Dan zaten de duivenmelkers uit de buurt om een uur 5 of 6 ’s ochtends bij ons te wachten, want mijn duif kon komen. Met zijn allen buiten op een rijtje. Dat was mooi!”