In 1778 liet Christiaan Willem Hendrik van Balveren het bestaande huis bouwen. De Van Balverens bliezen de oude heerlijkheid ook economisch nieuw leven in door de landbouw te intensiveren. Voorbeeld daarvan is de in 1926 geheel gerenoveerde boerderij Het Hof, nadat de achttiende-eeuwse boerderij in dat jaar was afgebrand. Een ander belangrijk feit is dat de Van Balverens in 1911 het kerkje van Leur grondig hebben laten restaureren. In 1920 ging de heerlijkheid over op de familie Van Verschuer.
Het Huis
Het Huis vormt de kern van de heerlijkheid. Het is een goed voorbeeld van een sober edelmanshuis uit de tweede helft van de achttiende eeuw. Het huis is opgetrokken op een bijna vierkant grondplan. Het heeft twee bouwlagen en een hoog oplopend dak met hoekschoorstenen. De beganegrondverdieping is duidelijk lager dan de verdieping erboven. Deze opzet is typerend voor de herenhuisarchitectuur in de achttiende eeuw. De hoge tweede bouwlaag werd als de voornaamste woonverdieping beschouwd en noemde men heel passend ook wel bel-etage. De voorname opzet van het huis wordt bepaald door de symmetrische voorgevel met accent op de middenpartij. Alle aandacht krijgt de dubbele ingangsdeur tussen dubbele ionische zuiltjes. Daarboven een kroonlijst met ijzeren balkonhek. Het balkonvenster heeft een houten omlijsting bekroond door het familiewapen van de Van Balverens gedragen door twee leeuwen.
Landschapstuin
In de negentiende en twintigste eeuw is het huis enigszins gemoderniseerd. Er kwamen onder andere dakkapellen op de zijschilden. Tegelijk met het huis werd een bos, een vijver en een tuin aangelegd. Het bos sloot in eerste fase aan bij de enigszins strakke stijl van het huis. Het werd later op een meer natuurlijke wijze, in de traditie van de Engels landschapstuinen, uitgebreid met boomgroepen en open stukken. De vijver deed oorspronkelijk dienst als visvijver. De tuin, voor een belangrijk nog ommuurd, heeft het karakter van moestuin met druivenkas enigszins behouden.