Bij Bonigge vestigde zich al in de twaalfde eeuw een ridderlijk geslacht. De Romeinse weg zal daar zeker een rol bij hebben gespeeld. Het geslacht noemde zich naar het dorp dat in een kerkelijke bron uit 1198 aangeduid wordt met het kirspel of parochie Bonigge. Zij bouwden een versterking op de plek van het latere kasteel Blankenburgh.

Kasteel Blankenburgh Beuningen
Kasteel Blankenburgh in 1740
Prent van interieur van het in 1863 gesloopte kasteel Blankenburgh
Portret Maurits

Nadat de familie Van Boninghe vermoedelijk rond 1260 was uitgestorven, bouwden de opvolgers in de loop van de dertiende, veertiende en vijftiende eeuw een kasteel met voorburcht en dubbele omgrachting: de Blankenburgh. Tot die opeenvolgende families behoorde ook de bekende Maas-Waalse familie Van Appeltern. Het was een forse burcht, wat nog te zien is aan de schietgaten in de nog overgebleven westtoren, de muurresten en de gewelven van de nog overgebleven kelders.

Maurits

Het is nog onduidelijk of Beuningen zich ontwikkelde tot een heerlijkheid. Het heeft er alle schijn van dat de eerste heren het goed in eigen bezit kregen als ministerialen of beheerders van de Duitse keizer. Dit op grond van het feit dat Otto van Wijhe, uit een van de opeenvolgende families, in 1597 het goed opdroeg aan de toen Habsburgse keizer. Deze band is mogelijk de reden geweest dat prins Maurits van Oranje het kasteel gedeeltelijk verwoestte. De restanten van het kasteel zijn tot en met de achttiende eeuw nog bewoond geweest. In 1863 werd er nog een boerderij bij gebouwd.