Beschietingen
Het fort is een onderdeel van de verdedigingslinie van de Zeven Provinciën. De Spanjaarden rukken steeds verder op naar het noorden. Ze belegeren Fort Voorne langdurig, maar slagen er niet in het bastion te veroveren. In arren moede bouwen ze op korte afstand stroomafwaarts daarom een eigen fort: het (oude) Fort Sint-Andries. De strijd gaat door en vanuit de forten beschieten de beide legers elkaar onophoudelijk.
Archeologische vondsten
Van die strijd vinden archeologen van het project Expeditie Over De Maas vanaf 2010 de stille getuigen. Projectleider Nils Kerkhoven inventariseert de vondsten in een artikel op zijn website: ‘ontelbare musketkogels, kanonskogels in alle soorten en maten, resten van geëxplodeerde kanonnen door oververhitting, punten van hellebaarden, pijlpunten, dolken en zwaarden. Maar ook aardewerk, pijpen, munten, kledingaccessoires, eetgerei, luxe tinnen vaatwerk, slachtafval, speelgoed en visgerei.’ Zij schijnen zo ook een licht op het dagelijks leven in het fort.
Uitbreidingen
De Staatsen gebruiken het fort lange tijd en ze verbouwen het ook regelmatig op een steeds grotere schaal. Op het hoogtepunt bestaat het uit een omgrachte zeshoek met op elk hoekpunt een bastion. Dan is er ook een vestingdorp met een eigen kerk, school en een windkorenmolen, zoals op bewaard gebleven schetsen is te zien.
De Fransen blazen in 1673 Fort Voorne grotendeels op. Het blijft daarna een ruïne, die nooit meer wordt opgebouwd of gebruikt. Momenteel zijn er alleen nog gereconstrueerde contouren in het landschap te zien. Zie ook het Verhaal tussen Maas en Waal.
Bronnen en verder lezen:
- Verhaal tussen Maas en Waal, Tachtig jaar buffer tussen noord en zuid
- Natuurmonumenten, Fort de Voorn.