Het waterrijke gebied in de kommen/broeklanden was lange tijd aantrekkelijk voor de aanleg van vochtige akkers met wilgen (grienden), zoals in het Ewijksche Broek, en bossen voor teelt van geriefhout, zoals het Personnenbos in Beuningen.
De naam van dit bos verwijst naar een woord in het Middelnederlands: een geestelijke die zijn kerk door een plaatsvervanger liet bedienen.
Zeldzaam rivierkleibos
De broeklanden waren onbewoond en hadden de openheid van een polderland waarin watergangen als veekering een alternatief vormden voor houtwallen en singels. In de groene vlakte viel het hoogopgaande geboomte langs de noord-zuid verbindingen: de Bijsterhuizenstraat en Beuningse Steeg (tegenwoordig Wilhelminalaan) des te meer op. Van de oude bossen is het Personnenbos (15 hectare groot) gespaard gebleven. Het wordt geprezen als een zeldzaam rivierkleibos met een bonte vegetatie. In elk van de vierkante bospercelen domineert een ander boomsoort: eiken, populieren, wilgen, essen en esdoorn. Ooit aangelegd als productiebos is het nu een natuurgebied met onder meer de aronskelk, bosanemoon en groene specht. Een zorgboerderij aan de Bijsterhuizenstraat noemde zich naar het Personnenbos.