Eeuwenlang is het Land van Maas en Waal geteisterd door wateroverlast. Wateroverlast door de regen die maanden de velden blank zette, omdat het regenwater door de slechte afwatering van het gebied niet afgevoerd kon worden. Ook was er wateroverlast in de vorm van kwelwater dat bij hoge rivierstanden onder de dijken door kwam en vormde kruiend ijs een probleem. Tenslotte ook nog overstromingswater dat bij de tientallen dijkdoorbraken tussen 1600 en 1926 grote delen van Maas en Waal (en soms het hele gebied) onder water zette.

IJsberg opgestuwd tegen de Waaldijk bij Ochten © Roeland van Eynden, 1789. Rijksmuseum - PD
©J. Reijnen en J. van den Brink  CC-BY-NC
bron: www.mijngelderland.nl

Overstroming 1799

P. de Zeeuw tekende in de februari-overstromingen van het jaar 1799 het verhaal van Jan Daane uit Beuningen op. Hieronder een fragment:

'Jan Daane te Beuningen beleefde een hachelijk avontuur. Hij was met zijn vrouw en zes kinderen, waaronder een kindje van drie weken oud, benevens twee buren op de zolder gevlucht. Daar voelden ze dat het huis door de vloed als het ware werd opgelicht. Om een wisse dood te ontgaan, maakten ze vlug ene gat in het dak en kropen daar doorheen, menende dat ze op het dak veiliger waren dan op zolder. Zittend op het dak werden ze door de stroom voortgedreven en kwamen ze vier uur gaans te Puiflijk behouden aan. Niet een van allen was tijdens deze lange tocht over het donkere water van het dak afgetuimeld. Ook de moeder en de baby brachten er het levend af.

Wel waren ze op hun reis langs het huis van Daniël Paulus gekomen, een oude man die met vijf huisgenoten opgesloten zat. Ze hoorden die mensen kermen: “help ons, help ons! Ach we vergaan van de honger!” Ze konden niets anders doen dan terugroepen: “Ach wij vergaan ook!”. Maar ze waren niet in staat de geringste hulp te bieden. Het gezin van Daniël Paulus is jammerlijk verdronken.'

Lees hier verder over de watersnood van 1861.