In 1795 kwam de pastoor terug in Beuningen, nadat de kerk anderhalve eeuw in protestantse handen was geweest. Hoever de parochie en de kerk teruggaan in de tijd is niet helemaal duidelijk, vermoedelijk naar de twaalfde, maar zeker naar de dertiende eeuw.

Kerk van Beuningen
Ingang kerk Beuningen

Van deze middeleeuwse kerk was in 1795 niet veel meer over. Wat nog resteerde was het koor, de toren en het kerkhof. Op eigen kosten hebben de parochianen toen het schip herbouwd. Deze kerk werd gewijd aan de Heilige Cornelius en dat is sindsdien zo gebleven. Toch was de kerk zo bouwvallig geworden dat ze in 1845 vervangen werd door een driebeukige waterstaatskerk. De toenmalige toren, die in eigendom was van de burgerlijke gemeente, bleef staan en werd in de nieuwbouw meegenomen.

Neogotiek

De waterstaatskerk werd in 1900 opnieuw vervangen door de huidige imposante neogotische kerk. Behalve de indrukwekkende buitenkant is het interieur ook bijzonder door het schilderwerk van Emanuel Perey uit Venlo. Daarnaast beschikt de kerk over een aantal waardevolle kunstwerken, zoals het levensgrote houten triomfkruis uit 1901 en de in hetzelfde jaar aangebrachte gebrandschilderde ramen van de firma Nicolas uit Roermond. Dit alles was mogelijk door de gulle giften van welgestelde boeren en steenfabrikanten.

Oude toren

Ook in deze nieuwe kerk werd de bestaande toren, waarvan de eerste geleding uit tufsteen bestaat, meegenomen. De toren werd wel in zijn geheel ommanteld met baksteen. In 1949 ging het eigendom over op het kerkbestuur. Het is een wonder dat de eeuwenoude toren de tijden heeft overleefd. Verborgen in een mantel van bakstenen vertelt ze een verhaal van eeuwen.