Hoewel het muntrecht behoort tot de koninklijke rechten worden kleinere machthebbers er soms mee beleend. Zo krijgen de graven van Gelre het muntrecht van de Duitse Keizer. Zij laten in verschillende steden hun munten slaan. Zo ook in Maasbommel. Onder hertog Reinald III (1343-1361) is Maasbommel tijdelijk muntplaats van Gelre.

De Munte in Batenburg © Wim Kattenberg CC-BY
©Wim Kattenberg, historicus Erfgoedstudiehuis  CC-BY
bron: www.mijngelderland.nl
Halve groot Reinald III © Museum Teylers
Munten slaan, Tegenspoed doet de mens lijken op Christus, Gaspar Bouttats, 1679 © Rijksmuseum CC0

Een stukje geschiedenis 

In de westerse wereld worden de eerste munten vervaardigd ca 650 v.C. in Lydië (Klein Azië) Ze worden gemaakt van een legering van goud en zilver. Munten vergemakkelijken de verre handel. Spoedig slaat het slaan van munten daarom over naar de Griekse wereld. Dan ontstaat al de vorm die de munten nog steeds hebben: een rond plaatje met op de voorkant een kop en op de achterzijde een zinnebeeldige afbeelding met tekst. Hoewel munten nu worden gegoten, worden ze van begin af aan het meest geslagen. 

De waarde van munten  

Bij de oude Grieken hebben de munten de waarde van de hoeveelheid zilver of goud die erin is verwerkt. Bij de Romeinen wordt dat bepaald door de overheid. Het hele Rijk moet één muntstelsel hebben. De keizers laten zich erop afbeelden en gebruiken het als propagandamiddel. Van belang is dat de door de overheid bepaalde waarde hoger is dan de metaalwaarde. Het is een vorm van belasting.                                                                     

Die praktijk nemen in West-Europa de landsvorsten over en in het verlengde van hen de kleinere machthebbers en steden. In het Nederland van nu is het geld ‘fiduciair’, dat wil zeggen dat het zijn waarde ontleent aan het vertrouwen dat we er goederen en diensten mee kunnen kopen. De Nederlandse Bank bewaakt dat. 

De oudste Gelderse munten 

De eerste met zekerheid vast te stellen Gelderse munten worden in opdracht van graaf Gerard (1207-1229) geslagen in Arnhem. In de eerste helft van de veertiende eeuwOnder hertog Reinald II (1326-1343) wordt de eerste zilveren Gelderse halve groot geslagen, naar Vlaams voorbeeld. Het is lange tijd het belangrijkste geldmiddel. Een groot heeft de waarde van 16 penningen of blencken. Omgerekend naar nu : 1 euro.  

Batenburg 

Of er in Maasbommel een munthuis of munte is geweest waar de munten werden geslagen, is niet duidelijk. Dat is wel het geval in Batenburg(interne link naar het verhaal op mijn Gelderland: De munte van Batenburg) Daar laten de heren van Batenburg hun munten slaan. Het munthuis bestaat nog.