Voordat de eerste kades en dijken werden aangelegd, bestonden de 'beschermde gronden' alleen uit de hoger gelegen oeverwallen. Deze hielden enigszins het hoge water tegen. Kwam het water toch nog hoger, dan stroomde het op de lagere punten over de oeverwal en liep het in de komgebieden.

Vanuit de lucht zie je aan weerszijden van de dijk de nog bestaande delen (groen) van de oorspronkelijke crevasse (blauw) © Gemeente Beuningen - CC-BY
©Lambert van Beusekom, gemeente Wijchen  CC-BY
bron: www.mijngelderland.nl

Oeverwallen bestaan altijd uit een mengsel van zand en klei. Op sommige plekken was het aandeel zand echter zo groot dat de oeverwal daar zwakker was. Daar ontstond dan een doorbraak met als resultaat een waterplas door het wegspoelen van de grond. Een doorbraak van de oeverwal wordt geen wiel, maar een crevasse genoemd. Ze zijn dus veel ouder dan wielen. Sommige crevassen zijn door dijkbouw gesplitst in een binnen- en buitendijks gedeelte. Deze tweedeling is zichtbaar op de dijk bij de Molenwaai in Ewijk.