Johannes G. (Johan) de Leeuw wordt op 17 augustus 1884 geboren in Alphen als oudste zoon van burgemeester P.G. de Leeuw, in een gezin met 11 kinderen. Johan studeert van 1896 tot 1904 aan het gymnasium in Megen met Titus Brandsma als studiegenoot. Hij wordt zelf ook burgemeester van de gemeente Appeltern in 1927. Hij blijft dat tot 1949. Drie van zijn broers worden ook burgemeester.

De Leeuw en dhr. Roseboom © Gelderse Komgrondcommissie/Gelders Archief, CC-BY-NC
©Peter Deurloo, Historicus en journalist  CC-BY-NC
bron: www.mijngelderland.nl
Portret van Dijkgraaf de Leeuw © Via de Gelderlander
Het gat in de dijk bij Alphen en Dreumel dat met explosieven werd gemaakt om het water uit het gebied te laten stromen © P. Deurloo/Grote Werken

Watersnoodramp

In 1928 wordt De Leeuw benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau voor zijn optreden bij de watersnoodramp van 1925/1926. Als dijkgraaf van Maas en Waal geeft hij dan het bevel om bij Moordhuizen de dijk met dynamiet op te blazen, zodat het water weer terug kan vloeien in de Maas. De Leeuw wordt tot dijkgraaf benoemd in 1925 en krijgt op 31 december van dat jaar meteen de zwaarste klus op zijn bord: de watersnoodramp. Zijn besluit om de dijk op te blazen voorkomt dat het water nog hoger komt te staan in de dorpen en over de dijk slaat naar het buitendijks gebied en daarmee slachtoffers zou maken. Op de dijken hebben dan veel mensen met hun vee toevlucht gezocht. Na de watersnood wordt de dijkgraaf een van de bestuursleden van de Stichting Maas en Waal die de hypotheken voor de watersnoodhuisjes moet regelen voor mensen die huis en haard hebben verloren.

Regent

Hij toont zich daarbij een regent van het oude stempel. Mensen die alles hebben verloren maar niet kunnen aantonen dat ze voor de ramp een eigen huisje hadden, krijgen geen hulp. De Leeuw komt hevig in botsing met burgemeester Petrus Schuyt van Wamel die wel voor deze allerarmsten opkomt. De Leeuw houdt na de ramp een pleidooi voor toezicht door Gedeputeerde Staten op het dijkonderhoud in het Rijk van Nijmegen waar de dijkdoorbraak heeft plaatsgevonden. Hij wil dan geen samenvoeging van de beide polderdistricten, maar wordt in 1944 toch van beide polderdistricten dijkgraaf.

Ruilverkaveling

Al in 1941 werkt Johan de Leeuw aan een rapport over ruilverkaveling, samen met de studiecommissie tot Cultuurverbetering in het Land van Maas en Waal. In augustus 1949 roept hij de gemeente- en polderbesturen, de landbouw- en werknemersorganisaties en onderwijsinstellingen op gebruik te maken van de overheidssubsidie voor de ruilverkaveling en verbetering van de waterbeheersing. Hij stapt onvervaard af op bijvoorbeeld ministers. Dat geeft hem de bijnaam ‘De Leeuw van Maas en Waal’. Hij kent de problemen van de agrarische bevolking in de streek en probeert die te verhelpen. Voor rol in de ruilverkaveling werd hij op zijn zeventigste verjaardag in 1954 benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

Burgemeester

In de Tweede Wereldoorlog helpt De Leeuw, dan burgemeester van Appeltern, samen met zijn familie onderduikers om uit handen van de Duitse bezetter te blijven. Johan de Leeuw is in 1908 betrokken bij de oprichting van de Harmonie St. Lambertus in Alphen, waarvan hij secretaris/penningmeester wordt. Later wordt hij dirigent van deze vereniging.

Karakter

De Leeuw is rechtlijnig, een echte regent. Henk Manders, die samen met hem deel uitmaakte van de studiecommissie, omschrijft hem als volgt: 'een kei op het gebied van waterwerken en waterbeheersing, maar op sociaal gebied schoot hij ernstig tekort.' Op 9 maart 1962 sterft De Leeuw. De Dijkgraaf de Leeuwweg herinnert aan deze monumentale man.

Bronnen en verder lezen: