Henri Frijnje wordt geboren in Amsterdam op 21 september 1796. Na zijn studie aan de artillerie- en genieschool te Delft, werkt hij bij de waterstaat in achtereenvolgens Groningen en Arnhem. Hij wordt op 1 oktober 1817 tot aspirant-ingenieur van de waterstaat benoemd. In 1824 wordt hij arrondissements-ingenieur in Luxemburg maar vindt daar onvoldoende ‘afwisseling in den dienst’. Hij verzoekt ‘weder in Noord-Nederland geëmployeerd te mogen worden’.

Het stoomgemaal van Dreumel © Tremele.nl
©Luc Remers, De Tuut  CC-BY-NC
bron: www.mijngelderland.nl
Henri Frijnje © Tremele.nl

Terugkeer

In 1826 keert hij terug. Hij krijgt posities in achtereenvolgens Arnhem, Utrecht en Nijmegen. Hij verleent onder meer ‘gewichtige diensten’ bij de watersnood van maart 1827. Op 1 Mei 1830 wordt hij als arrondissementsingenieur te Nijmegen geplaatst, en daar blijft hij bijna 19 jaar.

Successen

In die tijd doet hij mee aan een prijsvraag over de bemaling van de Haarlemmermeer. Hij valt in de prijzen en krijgt in 1844 de gouden erepenning voor zijn inzending ‘Verhandeling over de middelen tot opbrengen van water door stoomkracht etc.’

Als rivierdeskundige boekt hij zijn grootste successen. Hij stelt een register van peilingen samen en ontwerpt normaallijnen voor de Waal. Dat zijn denkbeeldige lijnen die worden gebruikt bij de normalisering of kanalisering van een rivier. Fijnje krijgt op 1 oktober 1867 op zijn eigen verzoek eervol ontslag na 50 jaar dienst. Hij is dan inmiddels hoofdinspecteur. Hij overlijdt op 2 juli 1889.

Lees verder over Frijnjes betekenis voor Maas en Waal in Het Verhaal Tussen Maas en Waal.

Bronnen en verder lezen:

  • DBNL, Biografisch Woordenboek.
  • L. Remers, Stoomgemalen in het Land van Maas en Waal. De acht Maas en Waalse stroomgemalen, verhalen en beelden, die van de 100-jarige Tuut in het bijzonder (Ravenstein).