Door de eeuwen heen is de toren, die in het bezit kwam van de gemeente, blijven staan. Staand op veldkeien is ze opgebouwd uit tuf- en baksteen. In de westmuur is een bescheiden ingang. Wat aan deze muur verder opvalt, zijn twee grote spaarvelden. In de bovenste zitten de galmgaten. De klokken bepaalden eeuwenlang het leven van de mensen.
Kerkelijk Ewijk
Ewijk (Ewic) wordt al genoemd in een oorkonde uit 855 van het Benedictijner klooster uit Werden in Duitsland. Het behoorde tot het zogenaamde verspreide bezit van dit klooster. Op den duur ging Ewijk kerkelijk over naar het aartsbisdom Keulen. De geschiedenis van de heerlijkheid gaat terug op de graven van Gelre. Zij waren het die in 1332 de familie Van Appeltern beleenden met ''siinhuys tot Ewic'' met bijbehorende gronden (later kasteel Doddendael). Na de Van Appelterns werden de Van Stepraedts ermee beleend. Zij waren zeer lang heer van Ewijk. Na hen kwamen nog andere families. De laatste was de familie Von Nagel.
Ingemetselde zerk
Alle adellijke families zullen ook bemoeienis hebben gehad met de kerk. Het is dan ook niet zo vreemd dat in de zuidmuur van de toren de grafzerk van Jonker Derick van Stepraedt (gestorven in 1534) is ingemetseld.